vpb-923 Voorziening voor FE-dochter die op faillissement afstevent

Stel een dochtermaatschappij heeft wanprestatie gepleegd op grond waarvan zij schadeplichtig is. De fiscale eenheid kan hiervoor in beginsel een voorziening vormen. In een geval waarin het aanstonds duidelijk was dat de schadevergoeding niet kon plaatsvinden omdat de dochter failliet zou gaan (objectief gezien niet kon betalen) en de moeder niet voornemens was de schade voor haar rekening te nemen, oordeelde de Hoge Raad dat een voorziening in strijd met goed koopmansgebruik was, HR 25 juni