Z7_99H0H382LO7R60AH5J4SND2482
Voor de IB geldt de fictie dat bij juridische splitsing de aandeelhouders geacht worden hun aandelen te hebben vervreemd, art. 3.56(1) IB. In de regel zal voor bovenstaande situaties een doorschuiffaciliteit gelden (art. 4.41, lid 2 IB), zodat afrekening voor het ab achterwege blijft.
In het kader van BOR-planning komt het veel voor dat de holding juridisch wordt gesplitst in een deel beleggingsvermogen plus pensioenverplichting en een deel ondernemingsvermogen (de actieve d
Heeft u nog geen account op MFAS? Dan dient u zich eerst te abonneren om deze pagina volledig te kunnen zien.
AbonnerenHeeft u al een account op MFAS? Dan dient u eerst in te loggen om deze pagina volledig te kunnen zien.
Inloggen