vpb-920 Onvolwaardige onderlinge vorderingen en schulden bij ontvoeging

Wat zijn de fiscale gevolgen van een onvolwaardige vordering van moeder op dochter bij een voeging in en een ontvoeging uit een fiscale eenheid VPB? En hoe wordt in die gevallen omgegaan met de daarmee corresponderende schuld? Bij de voeging moet de schuld van de dochter worden gewaardeerd op bedrijfswaarde, art. 15ad(6) VPB. De hiermee gepaard gaande winstneming voorkomt dubbele verliesneming (moeder heeft de vordering al afgewaardeerd). Bij ontvoeging moet moeder de vordering op de dochter